Op vrijdag 16 september ben ik naar het jaarlijks plaatsvindende Elikser- feest in Leeuwarden geweest. Alle schrijvers en schrijfsters van wie uitgeverij Elikser de boeken uitgeeft waren uitgenodigd.
Ik mocht daar een voordracht houden en zo mijn eigen boek(en) in de picture zetten. Er was ook een boekentafel waar al onze creaties lagen te lonken, koop mij, koop mij! Want natuurlijk wil je dat je boeken worden gekocht en gelezen.
Verder waren er koffie, thee met wat lekkers, een hapje en een drankje en rond dinertijd soep en broodjes.
Vorig jaar was ik daar voor de eerste keer en heb ik de kat uit de boom gekeken. Ik nam me toen voor het volgende jaar ook een voordracht te houden en dat heb ik gedaan. Met een heel positief resultaat omdat geïnteresseerde mensen dan naar je toe komen en je honderd uit kunt vertellen over je boeken.
Ik had al mijn zes boeken (ja, inmiddels al zes!) bij me en om de beurt vertelde ik er wat over in het kort, want ik had slechts vijf minuten spreektijd gekregen. Ik sloot mijn voordracht af met de rode draad die door mijn laatste boeken loopt. Oprechte betrokkenheid. Alleen dat werkt volgens mij genezend.
Ooit heb ik die zelf ervaren om te herstellen van mijn overspanning en iets soortgelijks kon ik de romanpersonages laten ervaren in mijn boeken.
Waar ik het meest van heb genoten was de ontmoeting met degene die mijn boeken redigeert. Wanneer er alleen maar op- en aanmerkingen worden genoteerd krijg je automatisch het idee dat er een heel strenge juf aan het werk is. Die mening moest ik ter plekke bijstellen, want het was een heel aardige vrouw, die zeer positief over de inhoud van mijn boeken was alsook over mij als schrijfster. Ze vond me een heel bijzondere en zeer wijze vrouw. Wat een compliment! Ze wilde ook heel graag mijn herschreven boek over de tekentaal redigeren. Wie wil dat soort dingen nu niet horen? Ik wel.
Waar ik ook erg van heb genoten was het gezelschap van mijn broer Jaap. Hij was zo lief om helemaal uit Naaldwijk mij mee te nemen naar Leeuwarden en weer veilig thuis te brengen.
Zelf rijd ik zulke lange stukken niet meer omdat het verkeer op de snelweg me snel aanvliegt. Ook ben ik veel te bang om te verdwalen in een vreemde stad, ondanks het bestaan van de tomtom.
Waarom Wim dat niet deed? Tja, hij organiseert op vrijdagmiddag klaverjaswedstrijden voor de ouderen hier in het dorp en er is niemand die de organisatie van hem overneemt, dus………… moet ik met het openbaar vervoer of iemand lief aankijken die mij wil rijden. En dat laatste is nu al twee keer gelukt. Vorig jaar was het zwager Frans en nu mijn broer Jaap. Gelukkig heeft hij ook erg genoten van het hele gebeuren en leuke gesprekken gehad met een aantal mensen. Wie weet mag ik hem volgend jaar wel weer opnieuw lief aankijken. Jaap, hartstikke bedankt man.
Geef een reactie